Automatisering heeft de afgelopen jaren een hoge vlucht genomen. Ook in de bouwhistorie worden pogingen gedaan om bestaande informatie beter toegankelijk te maken voor een groot publiek, en om bestanden te koppelen, zodat het inzichtelijk maken van gegevens gemakkelijker te verwezenlijken is. Met name als gevolg van de toegenomen automatisering in de huiskamer, de grote PC-dichtheid van Nederland, is in de laatste jaren een markt ontstaan van CD-I's en CD-ROMs, met daarop informatie van de meest uiteenlopende aard. Bouwkunst en schilderkunst vinden hierin hun plaats. Zo was de catalogus-CD van de National Gallery te Londen een internationale hit, en wordt op universiteiten onderzoek gedaan naar de manier waarop men het beste (historische) informatie kan presenteren. Maar niet alleen in deze sector is men bezig met het zoeken naar mogelijkheden om informatie op een bevattelijke manier te presenteren. Zo loopt bij de Rijksdienst voor de Monumentenzorg een project om het monumentenbestand van Nederland te automatiseren, en ook zijn bouwhistorische bureaus met soortgelijke projecten bezig. Het koppelen van bestanden speelt hierbij een grote rol.
Ook op stedelijk niveau vinden ontwikkelingen plaats. Zo heeft de gemeente Sittard sinds kort een systeem waarin aan de hand van bouwblokken inzicht wordt gegeven in het monumentenbestand van de stad. Het grote nadeel hiervan is dat slechts met bouwmassa's wordt gewerkt, en dat er geen gegevens over het interieur van de panden voorhanden zijn. De stad Rotterdam is bezig met het digitaliseren van het grote fotobestand dat de stad rijk is.
In 's-Hertogenbosch worden al enkele jaren pogingen in het werk gesteld om door middel van computerpresentaties informatie over te brengen. Te denken valt hierbij aan de animatie van de Tempel van Empel in het Noord-Brabants Museum. De Bouwhistorische- en Archeologische Dienst van de stad heeft in 1994 en 1995 in samenwerking met de Universiteit van Utrecht gewerkt aan een multimedia-presentatie over de verdwenen kerken en kloosters van 's-Hertogenbosch. In deze presentatie, gemaakt in het programma Toolbook werd gebruikt gemaakt van verschillende media, zoals tekst, geluid, foto's, tekeningen, video en animatie. Mede door de grote omvang kreeg deze Kerken- en Kloosterspresentatie het karakter van een naslagwerk, dat op toegankelijke wijze een schat aan informatie herbergt.
De huizenatlas van de binnenstad van 's-Hertogenbosch is opgezet als een voortzetting van de Kerken- en Kloosterspresentatie. Vanaf september 1995 is onderzocht op welke wijze de multi-media omgeving zich het beste leent voor presentatie van bouwhistorisch onderzoek, en tevens is gekeken naar de mogelijkheden en beperkingen van de software. Vanaf januari 1996 is gemiddeld acht uur per week besteed aan de applicatie van de software. Ook in de huizenatlas wordt weer een breed scala van media
| 5 |
gebruikt, en mede door de kleinschaligheid van de afzonderlijke onderwerpen (de panden), kan de gebruiker gemakkelijk de informatie opvragen die hij wenst. Er zijn echter ook verschillen met de Kerken- en Kloosterpresentatie: waar deze laatste nog slechts een inventaris bood van de kerken en kloosters die naar de inname van 's-Hertogenbosch in 1629 zijn verdwenen, poogt de huizenatlas inzicht te bieden in heden en verleden van de panden in de Bossche binnenstad. De nadruk ligt hierbij op enerzijds de bewoningsgeschiedenis van de afzonderlijke panden, en anderzijds op de bouwhistorische aspecten van de besproken panden. Omdat sinds 1989 systematisch bouwhistorisch onderzoek wordt verricht in de binnenstad van 's-Hertogenbosch kunnen zodoende de resultaten van dit onderzoek in de huizenatlas worden gepresenteerd.
Natuurlijk is het presenteren van historische gegevens geen zaak van louter overnemen van tekst en plaatjes. Daarom is in de huizenatlas gepoogd een oplossing te vinden voor het grote aantal technische termen, dat onvermijdelijk opduikt en uitleg behoeft. Daarnaast is getracht een oplossing te vinden voor bouwhistorische verschijnselen, die pas na enige uitleg betekenis krijgen voor de gebruiker van de huizenatlas.
Een beproefd middel om de gebruiker uitleg te geven zijn de zogenaamde hot-words. Hypertekst, die uitleg verbergt op een dieper niveau. Maar ook op andere gebieden kan men door middel van het aanroepen van dieper gelegen informatie zelf bepalen op welk niveau men zich begeven. Zo bestaat de mogelijkheid om door een huizenblok te lopen als genealoog, door van pand naar pand te gaan op het niveau van de bewoningsge-schiedenis. Voor de bouwhistoricus bestaat de mogelijkheid om ditzelfde voor zijn vakgebied te realiseren.
De praktische toepasbaarheid van de huizenatlas ligt in de mogelijkheid dat er zowel inzicht kan worden verkregen in de status van het pand (de vraag of het pand een monumentstatus heeft of zou moeten hebben) en in de motivatie hiervan. Een ander aspect is dat inzicht kan worden verkregen in de 'historiografie' van het pand. Bij de administra-tieve gegevens bestaat de mogelijkheid vermeldingen in literatuur, dossiers en archieven op te vragen, van waaruit verder onderzoek mogelijk is.
De huizenatlas bevindt zich momenteel in een tussenstadium. Na een ontwikke-lingsfase is de structuur van de atlas uitgezet. Voor dit gedeelte kan het productieproces beginnen. Dit houdt in dat de panden van blok 1.15 kunnen worden ingevuld en dat nadere informatie aan de atlas kan worden toegevoegd. Anderzijds dient de atlas nog verder te worden ontwikkeld. Te denken valt hierbij aan het benutten van de technische mogelijkheden die de multi-mediasoftware biedt.
| 6 |
1996 |
G. van TussenbroekBouwhistorische multi-media huizenatlas binnenstad 's-HertogenboschGemeentelijk Oudheidkundig Bodemonderzoek 's-Hertogenbosch (GOBH) | 's-Hertogenbosch 1996 |